Het
belang van het Mechanisch Uurwerk als Cultureel erfgoed
Omdat uurwerken
geen 'statische' objecten zijn, maar kunnen 'bewegen', nemen zij een
aparte plaats in tussen de voorwerpen die als cultureel erfgoed worden
bestempeld. Zij getuigen van het 'Technologisch
denken' van de Westerse mens;
nog een belangrijk kenmerk van onze cultuur.
Om deze reden is het essentieel dat niet alleen de
'materie' (het mechaniek) wordt geconserveerd, maar ook het
niet tastbare de 'werking' van de
klok. Alléén tijdens het bewegen en samenwerken tussen
de verschillende onderdelen is het mogelijk de 'technische gedachte'
met oog en oor waar te nemen en 'zintuiglijk' te begrijpen; zo niet
dan is het uurwerk een fossiel.
Gelukkig hebben verantwoordelijke instanties als Monumentenzorg
en Musea en ook particulieren
als de Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk,
zich ingezet om oude exemplaren voor de ondergang te behoeden.
Zij zorgen ervoor dat klokken worden gerestaureerd en onderhouden, zodat
deze blijvend kunnen werken op de oorspronkelijke plek of, als dat niet
anders kan, in geconditioneerde expositieruimten elders.
Maar er zijn nog veel torenuurwerken die kwetsbaar op tochtige zolders
alleen nog bezoek krijgen van vliegen, vogels en vleermuizen!
Er zijn nog meer argumenten om uurwerken te laten lopen en wel bij voorkeur
op de oorspronkelijke locatie. Ervaring
wijst uit dat de meeste uurwerken die geen dienst meer doen, vroeg of
laat worden verwaarloosd.
Dan treedt het verval in en raken onderdelen zoek. Een klok die loopt,
heeft alle onderdelen nodig om te kunnen functioneren, zodat onderdelen
niet ongemerkt kunnen verdwijnen.
Een vergeten aspect is, dat uurwerken wezenlijk deel uitmaken van de
historische behuizing waarvoor
zij werden gemaakt. Door het mechaniek elders onder te brengen, is de
samenhang verloren gegaan en is de 'kast' nu leeg!
Vaak is van veel prachtige torenuurwerken die in musea of bij particulieren
staan, de herkomst inmiddels niet
meer bekend. Daarom is het goed overgebleven uurwerken te beschermen
en, waar mogelijk, dáár te laten werken waar ze thuishoren.
Dat betekent in de praktijk, dat ook de directe
omgeving van het uurwerk moet worden verbeterd
om schade te voorkomen. Maar ook hier geldt dat het middel niet erger
moet zijn dan de kwaal. De beschermende maatregelen dienen zo te worden
uitgevoerd, dat zichtbaar blijft in welke situatie en onder welke omstandigheden
de klok zoveel jaren heeft kunnen werken.